Categorie: Uncategorized

Inhoudelijk jaarverslag

Ondanks corona heeft SBBB zich de afgelopen tijd beziggehouden met uiteenlopende onderwerpen. Ze geven goed het terrein weer waarop onze stichting actief probeert te zijn. Daarbij lukt het ons de afgelopen tijd niet behoorlijk verslag te doen. Het onderstaande moet beschouwd worden als een samenvatting.
1. Het Parkhotel
Eind 2020 is een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd (en door B&W vergund) voor nieuwbouw ter plaatse van het Parkhotel. Dit is een nieuw, groter bouwplan dan het plan dat een jaar eerder door de Raad van State was gehonoreerd. Deze keer was ook het naastgelegen gebouw, het vroegere Pension Zilverspar, later Fabricca, nu de Story, bij het plan betrokken. In dit plan zou de oude kern Erica niet meer terugkomen. Na bestudering van het plan was onze conclusie dat het zonder meer in strijd is met het speciaal voor deze plaats gemaakte bestemmingsplan, dat juist uitging van het behoud van Erica. Dit pension behoort tot de geschiedenis van ons dorp: tussen 1905 en 1925 is Bergen getansformeerd van een agrarisch in een toeristisch en kunstenaarsdorp, een transformstie die vorm kreeg in de bouw van pensions. Het nieuwe plan brengt een voor ons een onacceptabele schaalvergroting met zich mee, een compleet 4e verdieping en bouwhoogte overschrijdingen tot ruim 8 m. Telde het oude hotel 26 kamers, het bestemmingsplan ging accoord met 46 kamers, de vergunning noemt 66 kamers, maar in het ingediende ontwerp tellen wij 81 kamers. De regel is dat de parkeerbehoefte als gevolg van het gebruik op eigen terrein vervuld moet worden. Het bouwplan voorziet in een parkeerkelder van 26 auto´s, B&W is bereid voor het verschil het dorp beschikbaar te stellen. Onze bezwaren zijn op 4 maart met die van enkele anderen behandeld door de Commissie voor de Bezwaarschriften in een TEAMS-bijeenkomst. Doorgaans volgt dan binnen 2 maanden een besluit van B&W. Echter begin augustus nog geen bericht. Inmiddels is het westelijke deel van het oude hotel opgeknapt (zwart geschilderd) en weer actief, is Fabricca omgedoopt in De Story en voorzien van een nieuw terras. Een deel van de lage aanbouw tegen Erica is gesloopt. In Bergen vinden dit soort activiteiten zonder vergunning plaats ….
2. De Zuilenhof
In april 2021 is de aanvraag gepubliceerd van de bouw van 26 zorgappartementen bij en in het rijksmonument De Zuilenhof, aan de Oude Bergerweg. Wij hebben op deze aanvraag een zienswijze geschreven, dat is een zo vroeg mogelijke reactie in de hoop dat de initiatiefnemers hun plannen zullen aanpassen. Wij hopen daarop, aangezien het plan de bouw van een flink losstaand hoofdgebouw met zich brengt, dat bestaat uit een souterrain en 2 bouwlagen waarvan de eerste laag wordt doorgetrokken tot in het oude monument, dat daardoor ongelukkigerwijs in tweeën wordt gedeeld: elk deel met de beroemde van zuilen voorziene “wintertuinen”. Het gelijktijdig zicht op beide zuilengroepen verdwijnt dus, hetgeen wij betreuren. De aansluiting van het nieuwe zorggebouw op het oude monument zou – vinden wij – geheel ondergronds moeten plaatsvinden.
3. Het Oude Hof
Eind vorig jaar is de omgevingsvergunning aangevraagd om in het Oude Hof een publiek toegankelijk café-restaurant te mogen exploiteren. Deze oude wens zou oorspronkelijk gehonoreerd worden met een nieuw bestemmingsplan voor het hele landgoed. Nadat het ontwerp daarvan in november 2018 ter visie was gelegd is het echter stil gebleven (behandeling gestopt). Het is nu – vele jaren later – begrijpelijk dat de uitbater zoekt naar een andere invulling van zijn wens (het gebouw is in 2014 per slot van rekening voor miljoenen gerestaureerd en aangepast). Het merkwaardige is echter dat zowel de vergunningsaanvraag als de vergunning teruggrijpen op de situatie die in het ontwerp-bestemmingsplan werd geschetst, maar die geen enkele rechtskracht heeft, noch kan hebben. Net als bij De Zuilenhof hadden wij ook hier vroegtijdig een uitgebreide zienswijze geschreven om duidelijk te maken dat de aanvraag niet kon worden getoetst aan “een” bestemmingsplan. Bij de behandeling voor de Commissie van de Bezwaarschriften bleek dat onze zienswijze niet bij de beoordelaars van de aanvraag was terechtgekomen en er aldaar daarom (?) geen achtergronden bekend waren. B&W zal in september uitspraak doen.
4. De Haaf
Aan de onduidelijkheid die twee jaar geleden bleek over de toekomst van De Haaf (is het nu een monument of niet?) is onlangs in zoverre een eind gekomen dat het oude gebouw zal worden gehandhaafd. Er is een bestemmingsplan gepubliceerd voor het terrein dat resteerde na de bouw in de vroegere tuin van de drie torens. Op dat laatste stuk zullen drie villa´s komen. Het middelste is de Oude Haaf, maar in verkleinde vorm. De na de brand in 1996 toegevoegde bouwdelen zullen vervallen, op de gronden aan weerszijden zullen vrijstaande villa´s verrijzen. De Oude Haaf krijgt niet de monumentenstatus, maar zal door de sloop van de aanbouw uit 1996 z´n oude vorm terugkrijgen. Dat biedt ons de mogelijkheid te vragen in het bestemmingsplan een algemene dubbelstemming cultuurhistorie op te nemen. Daardoor zouden nog aanwezige oorspronkelijke elementen als schouwen en de trap behouden kunnen worden.
5. De Hooiberg
Op 16 mei 2021 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een nieuwe woning op het perceel Van Reenenpark 14. Hier staat sinds 1921 dit ikoon van de Amsterdamse School, gebouwd door de architecten Eibink en Snellebrand, de Hooiberg. Omdat het de afgelopen decennia een aantal malen is verbouwd en aangevuld is het nooit aanvaard als een monument, het zou te zeer aangetast zijn.
Nu heeft de gemeente onlangs de proeve gepubliceerd van de Omgevingsvisie, vereist volgens de nieuwe Omgevingswet. In dit belangrijke stuk schrijft het College van B&W te kiezen voor behoud en versterking van ons cultureel erfgoed. En wel in verruimde zin, ook ensembles van eeneengesloten bebouwing en beeldbepalende panden zullen beschermd gaan worden. Wij hebben B&W dan ook verzocht De Hooiberg op voorhand de status van beeldbepalend pand te geven.
6. De Kapel van het Ursulinenklooster
In 2016 schreven wij dat de Kapel te koop stond. De vraag was toen wat is er mogelijk in zo´n specifiek en groot gebouw? Er is uiteindelijk een koper gekomen die het pand ingrijpend heeft verbouwd tot 2 woningen. Voor ons als buitenstaander is interessant om te onderzoeken of er zich in de tussenliggende jaren knelpunten en problemen hebben voorgedaan.
Hier herhalen we enkele conclusies uit het rapport dat Hans Epskamp erover schreef:
– In opdracht van de Zusters Ursulinen heeft in 2010 bureau Mashed World de architectuurhistorische en monumentale waarde onderzocht. Het bureau concludeerde dat de kapel niet voor bescherming in aanmerking zou komen, uitgezonderd de twee ramen van Jaap Min.
– De gemeente heeft daarna geen second opinion gevraagd, waardoor de aandacht verslapte voor de
kubistisch expressionistische bouwstijl (de kapel bestond uit een grote dubbele kubus met daartegen aan weerszijden twee kleinere kubusvormige volumes). De kerkzaal met bijzondere lichtgalerij is niet behouden.
– De oorspronkelijke gevels zouden behouden worden, maar dat is slechts gedeeltelijk gebeurd.
– De gevelrooilijnen zijn uitgebreid, gewijzigd ten opzichte van het stedebouwkundig plan.
– Het metselwerk van de uitbreidingen is niet als het bestaande, maar van anthraciet betonsteen.
– De garage is buiten het bouwensemble gebouwd.
– De kubistisch expressionistische bouwstijl is niet meer afleesbaar.
7. De Omgevingsvisie
Vooruitlopend op de later (ooit?) van kracht wordende nieuwe Omgevingswet, waarin alle bestaande wetten en regels op ruimtelijk, cultureel, milieukundig, etc. gebieden worden samengevoegd, heeft het College van B&W op 3 juni 2021 het concept gepubliceerd van zijn Omgevingsvisie. Deze Visie zal de basis moeten worden van het Omgevingsplan, dat de vervanger wordt van alle bestemmingsplannen. Het gemeentebestuur beoogt met deze visie een overzicht te geven van de bestaande kwaliteiten van de gemeente en van de gewenste en voorziene ontwikkelingen op al deze terreinen. Erfgoed in brede zin heeft in het stuk gelukkig een prominente plaats gekregen. In onze reactie moesten we evenwel constateren dat een actualisatie van het huidige erfgoed beleid ontbreekt. Dat is jammer, temeer daar in de Gemeentelijke Kadernota 2020 al beloofd werd die te gaan maken in overleg met betrokken bewoners en lokale erfgoedverenigingen om een beter toetsingskader te krijgen voor het aanwijzen van beschermenswaardige gebouwen. Om de gemeente te helpen hebben we onze reactie vergezeld doen gaan van een uitgebreide notitie over ons erfgoedbestand.

Wouter Hubers (10 augustus)

Wat gebeurt er met het Oude Hof?

 

deel kaart van Blaeu uit 1662

deel ontwerp Oude Hof 1652 (boven de 3 eilanden, iets onder het midden de Eeuwigelaan en het Rondeel)

 

1. Het Oude Hof

De grondslag van dit monument is de klassistische tuin- en parkaanleg uit 1643, met lanen en vijvers, gelegen iets ten westen van de dorpskern met de Ruïnekerk.

De parkaanleg kent twee hoofdassen: de noord-zuidas van de duinen tot het middeneiland en de oost-westas, de verbindingsweg (de Eeuwigelaan) van de dorpskern naar Bergen aan Zee en de Egmonden. Op de kruising van deze twee assen bevindt zich het Rondeel (op de ontwerptekening uit 1652 genoemd Pleijn). Het Rondeel is ruimtelijk geaccentueerd met aarden wallen in de vorm van een rozet in vier losse delen. Delen daarvan zijn nog steeds aanwezig.

ontwerp 1652 Rondeel                  Rondeel met restanten van de wallen

2. Renovatieplan voor het Oude Hof (1)

Eind december 2017 heeft de gemeenteraad een besluit genomen tot wijziging van het bestemmingsplan. Dit is de bevestiging van gewenste en noodzakelijke gebruiks­aanpassingen.

Was het Oude Hof oorspronkelijk de woonplaats van de Heer van Bergen, in 1952 verkochten de erven van Jacob van Reenen “dit oud oord van stilte onder trotse bomen” aan het “Bergen´s gemenebest” (uit gedicht van A. Roland Holst). Nadien is dit “oord” in gebruik geweest bij de Volkshogeschool, tegenwoordig “blooming”, die het hedendaagse publiek moet bedienen. Dit laatste nu is de reden van de bestemmingsverandering: horeca en parkeervoor­zieningen ontbreken namelijk. Het renovatieplan hoopt te voorzien in deze tekortkomingen.

3. Renovatieplan voor het Oude Hof (2)

Het plan gaat uit van de verplaatsing van de hoofdtoegang naar het middeneiland over de Kijklaan (de hoofd-noord zuid-as. De huidige toegang over de Roodeweg vervalt en wordt een voetpad. De illegale parkeerplaats op het laatste stukje van de Kijklaan voor de brug naar het middeneiland vervalt ook, maar er komt een nieuwe parkeervoorziening ter plaatse van de huidige (vlak bij gelegen) paardenbak van de Kennemer Ruiters, die zal worden verplaatst naar het westelijke eiland. Voor alle functies (CineBergen, kantoren, café-restaurant, bezoekers, etc.) zouden ruim tachtig parkeerplaatsen nodig zijn. Dat is meer dan 2x zo veel als het aantal auto´s dat in 2006 voor de brug kon worden gestald (dat is de peildatum voor Natura 2000). Gezien de stikstofproblematiek is het daarom zeer onwaarschijnlijk dat in dit plan meer dan 40 parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Het plan zal dus nog wel enige tijd in de kast blijven.

De gemeenteraad heeft in december 2017 een besluit genomen voor de aanleg van een tweede fietspad aan de zuidzijde van de Eeuwigelaan (waar nu een wandelpad is). Dit is een omstreden besluit, maar het leidt wel tot enig nadenken bij de kruising met het Rondeel. Want dat wordt nu ineens actueel.

Was het Rondeel eigenlijk een vergeten plek, onopvallend en deel van het bos geworden (het verkeer van en naar zee over de Eeuwigelaan bepaalt de sfeer), omdat daar (als het Oude Hof-plan door zou gaan) een verkeersprobleem zal ontstaan (afslaand en/of invoegend verkeer), dwingt – vinden wij – de historische basis tot een pas op de plaats. Zeker nu gewerkt wordt aan dat tweede fietspad. Wat is de beste oplossing voor het maken van dit kruispunt?

4. Onze suggestie voor een oplossing

De randen van het Rondeel bestaan uit de restanten van aarden wallen (oorspronkelijk tot een hoogte van ca. 1,80 m). Samen hebben zij de vorm gehad van een rozet, zoals goed te zien is op de ontwerptekening uit 1652. Ze zijn nu begroeid met opslag en bomen, dat geldt ook voor het Rondeel zelf.

De ruimte binnen het restant wallen is groot genoeg om de verkeerskruising uit te voeren in de vorm van een rotonde. De vraag is hoe om te gaan met de begroeiing en met de wallen. Moet alle begroeiing weg of slechts een deel? Ligt het voor de hand het rozet in oude glorie terug te brengen? Wat zijn de overwegingen die mogelijke keuzen kunnen rechtvaardigen?

Ons voorstel reageert op ontwerpen die binnen de gemeente rondgaan. Die negeren het monumentale Rondeel. Wij gaan ervan uit. De afslag van de rotonde naar de Kijklaan is uiteraard nu niet toegevoegd. Het gaat ons om een goede oplossinmg van de huidige verkeerstromen met het nieuwe fietspad door middel van een rotonde in het Rondeel.

blauw is fietsverkeer, geel is autoverkeer

Omdat het fietsverkeer verandert (niet alleen in ons dorp overigens) wil de gemeente waar mogelijk de breedte van de fietspaden aanpassen. De fietsstraat die op het eerste stuk van de Hoflaan is ingericht wordt daarom doorgetrokken van Kranenburgh naar de kruising met de Komlaan. Vlak daarvoor buigen de fietsers af naar de bestaande oversteek over de Komlaan zodat de auto´s plek hebben om te kunnen invoegen op de doorgaande weg en de fietsers hun weg kunnen vervolgen over de brug over de Holle Vijver. Dit fietsgedeelte is al 4 m breed. Het bestaande tweerichtingen fietspad wordt tot het Rondeel verbreed tot diezelfde 4 m. Dit is het enige stuk van het bestaande fietspad waar zo´n verbreding mogelijk is. Vlak voor de rotonde is de afslag naar het Scholierenpaadje naar de Rondelaan. Direct na de rotonde begint het tweede eenrichtingsfietspad aan de zuidkant van de Eeuwigelaan. Het bestaande fietspad verandert hier in een eenrichtingsfietspad, richting Franschman.

Ons voorstel loopt vooruit op het toekomstige gebruik van de buitenplaats het Oude Hof. Het hoopt gebruik te maken van het voornemen van de gemeente een tweede fietspad aan te leggen naar en van zee.

In memoriam Wim Vroom

Op Vrijdag 30 Augustus is in zijn Bergense woning op 89-jarige leeftijd ons bestuurslid Wim Vroom overleden. Voor het maatschappelijke en culturele leven van Bergen heeft Wim Vroom grote betekenis gehad. Zo was hij al vroeg betrokken bij de stichting van Museum Kranenburgh o.a als adviseur tentoonstellingsbeleid en collectievorming  en verrijkte hij het museum meermaals met belangrijke schenkingen. Hij was medeoprichter van de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen en bestuurlijk daarbij nog tot het laatste moment betrokken. Samen met zijn vrouw, de kunsthistorica Eline van Leeuwen, was hij in 1997 verantwoordelijk voor de uitgave van  de gids’ Bouwkunst in Bergen en Bergen aan Zee ‘en organiseerde hij een omvangrijke tentoonstelling onder die titel in Museum Kranenburg. In 2006  verscheen zijn publicatie ‘De Nieuwe Kring/filosofen en kunstenaars in Bergen’ eveneens gepaard gaand met een gelijknamige expositie in het museum. Het standaardwerk over’ Park Meerwijk’ van Erik Mattie en Eline van Leeuwen kwam in 2005 tot stand , mede door de niet aflatende steun en stimulans van Wim Vroom.

De Gemeente Bergen eerde Wim Vroom in 2010 met het ere burgerschap. Dat kwam hem toe op grond van zijn grote betrokkenheid bij het museum, maar ook vanwege zijn onvermoeibare inzet voor de belangen van het cultureel erfgoed van de gemeente. Vanaf de oprichting in 1993 tot zijn overlijden was Wim actief bestuurslid van de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen. Hij sloeg geen vergadering over en droeg op de hem eigen kritische zowel als  aimabele wijze bij aan het overleg. Zijn grote vakkennis en bestuurlijke ervaring zullen node gemist worden. Velen zullen dierbare herinneringen aan hem behouden.

Ton Dissen

Een cultuurhistorische waardenkaart voor Bergen

Waarom een cultuurhistorische waardenkaart?

Bergen is een aantrekkelijk dorp, ook voor toeristen. Dat is zo gekomen sinds het burgemeestersechtpaar Van Reenen begin 1900 het dorp wakker schudde en toonde aan de wereld. Er kwam een renbaan. Er werden hotels en pensions gebouwd, er kwam een aansluiting op het spoorwegnet, en een nieuw dorp, Bergen aan Zee. Er kwamen ook kunstenaars, schilders, beeldhouwers, musici en dichters, die er werkten en er zich ten dele ook vestigden. Zo vond de omvorming plaats van een agrarisch naar een villa- en toeristendorp.
Hoewel inmiddels sterk uitgebreid is het dorp populair en aantrekkelijk. Het gemeentebestuur heeft er een dagtaak aan dat zo te houden. De cultuur, de bossen, de duinen, de polders, de rust: dat heeft het dorp de bezoeker te bieden.
Dat is zo. Toch begint het beeld barsten te vertonen. Het winkelbestand is als overal eenzijdig geworden. Meer supermarkten en modewinkels, minder winkels voor dagelijke goederen. Voorzieningen worden samengetrokken. Bestuurlijke schaalvergroting. Dorpse wegenstructuur. Gebrekkige parkeer-mogelijkheden. Er zijn geen woningen meer voor de gewone man en voor jongeren. De prijzen die gevraagd en betaald worden op de tweede hands woningmarkt zijn boven de landelijke trends gerezen. Kopers komen veelal van buiten. Jongeren trekken weg. Het dorp veroudert.
Omdat er weinig echte nieuwbouw¬locaties meer zijn, richten de nieuwe bewoners zich op wat op de markt beschikbaar komt. Maar het bestaande is oud en zelden genoeg. Nieuwe eigenaren kiezen gemakkelijk voor sloop en (grotere) nieuwbouw. De gemeentelijke bestemmings¬plannen staan dat toe.

Voor onze Stichting is dat zorgelijk. De gemeente heeft de laatste decennia weinig belangstelling getoond voor dat bestaande, voor de kwalitatieve aspecten van de bestaande bebouwing. Want die aspecten lijken verborgen, liggen onvoldoende vast en verdwijnen. We zien dan ook een zekere verschraling van het beeld van het dorp. De gemeente kan op sociale of cultuur¬historische gronden gebouwen de monumentenstatus verlenen, maar doet dat (bijna) nooit. Er is een lijst van ruim 300 gebouwen die mogelijk monumentaal zijn, maar het onderzoek daarnaar is nog niet eens in de verte zichtbaar.
Dit is een beleidsgebied waar ons inziens dringend aandacht aan zou moeten worden besteed. In de kern Bergen wonen ca. 12.500 mensen in ca. 6.000 woningen. De gemeente krijgt met de nieuwe omgevingswet de mogelijkheid, feitelijk de plicht, om ook met deze taak aan de gang te gaan. De nieuwe wet, die in 2021 in zal gaan, draagt elke gemeente op een omgevingsvisie en een omgevingsplan te maken. Allerlei zaken die tot heden werden vastgelgd in bestemmingsplannen komen dan in het omgevingsplan. De manier waarop dit tot stand zal komen wijkt wel af van wat we gewend zijn. De nieuwe wet beoogt ruim baan te geven aan het particulier initiatief waarbij de overheid vooral ondersteunend wordt geacht te zijn. Zaken als vergunnmingsvrij bouwen krijgen meer mogelijkheden, vrezen wij. Deze ontwikkeling relateren wij aan de steeds grotere afstand van het amtbelijke apparaat ten opzichte van de omgevingen waarop veranderingen zich afspelen. Daarom is het belangrijk dat het omgevingsplan gebaseerd wordt op de cultuurhistorische ondergrond. Er is een waardenkaart nodig waarop moet komen te staan welke plaatsen, welke dorpsgezichten, welke huizen architectonisch en cultuurhistorisch belangrijk zijn voor het karakter van het dorp. Het gaat daarbij om meer dan alleen de officiële monumenten en gezichten.
Dat is een publiek belang, één van de redenen voor toeristen om dit dorp te bezoeken.

Is er kans dat het lukt zo´n cultuurhistorische waardenkaart te maken? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet het duidelijk zijn dat de gemeente ernst wil maken met deze opdracht en beschikt over de kennis en de ambtelijke capaciteit. De kans lijkt ons niet groot. Maar juist omdat de gemeente Bergen graag rept over hoe belangrijk de geest van het kunstenaarsdorp is voor het toerisme, ook voor de toekomst, ligt het voor de hand dat alle kunde en kennis wordt ingezet om die toekomst veilig te stellen. En dan is zo´n waardenkaart een goed begin.

het gebouwde erfgoed in Bergen NH
1. De stand van zaken
2. De wetgeving

De stand van zaken
Eind maart 2016 telt de kern Bergen 67 rijksmonumenten, 25 provinciale monumenten en 28 gemeentelijke monumenten. In totaal 120 bouwwerken. Op een totaal van ca. 6.000 woningen, ca. 2%. Daarnaast is er een lijst met 313 karakteristieke panden, dat zijn panden die nog onderzocht moeten worden op monumentwaardigheid. Voor een heel klein deel is dat gebeurd. De procedures die leiden tot opname in de monumentenregisters lopen nog of zijn gestaakt. Dit laatste meestal doordat de eigenaar de monumentenstatus weigert te aanvaarden. De gemeente legt zich daar formeel bij neer.

De wetgeving
In Nederland geldt sinds 1961 de Monumentenwet (later herzien en steeds weer aangepast, binnenkort een onderdeel van de Omgevingswet). Hierin is de bevoegdheid geregeld van de overheid om archeologische en gebouwde monumenten en stads- en dorpsgezichten aan te wijzen. Deze wetgeving maakte het mogelijk een overzicht te krijgen van de aantallen potentiële monumenten en vast te stellen hoe hun onderhoudstoestand was. Aanvullend is een bijbehorend subsidiesysteem opgetuigd. Naarmate de tijd verstreek en de achterstand in te restaureren monumenten kleiner werd, is het subsidiesysteem aangepast, van ruimhartig tot uitzonderlijk. De afgelopen jaren zijn veel taken die oorspronkelijk werden uitgevoerd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, nu de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed, zijn overgeheveld naar de gemeenten. Er worden praktisch geen rijksmonumenten meer aangewezen. Alleen in uitzonderlijke gevallen worden nog wel subidies toegekend.

De gemeente Bergen heeft een eigen monumentenverordening.
De Erfgoed Verordening Gemeente Bergen 2012 bevat de regels die gelden bij de aanwijzing tot gemeentelijk monument. Samengevat zijn dit de belangrijkste (artikel 3):
1. Het college kan al of niet op verzoek aanwijzen
2. Het college vraagt advies aan de CCK (de Commissie voor de Cultuurhistorische Kwaliteit)
3. Als het over een kerk gaat voert het college overleg met de eigenaar
4. Rijks-en provinciale monumenten vallen buiten de bevoegdheid van de gemeente
5. Als het college een zogenaamde redengevende omschrijving wil hebben waar nader onderzoek voor nodig is, moet de eigenaar daaraan meewerken.

De gemeente hanteert naast deze regels nog een extra regel, namelijk een politiek uitgangspunt: de eigenaar moet toestemming geven als de gemeente zijn eigendom de monumentenstatus wil geven. De gemeente gaat uit van het beginsel dat aanwijzing niet in strijd mag zijn met rechtszekerheid. Dat zou het geval zijn als de eigenaar bezwaar maakt. Ons inziens is dit in strijd met de opzet van de Monumentenwet, aangezien het hier gaat om publieke waarden, zoals bovenstaande 5 punten laten zien. De eigenaar is volgens de verordening alleen verplicht medewerking te verlenen aan onderzoek naar de bijzonderheden van het betreffende pand. Om te kunnen aanwijzen is de eigenaar niet van belang (behalve bij kerken). Het gaat hier om de tegenstelling tussen het publieke en het private belang. De weging van deze belangen is een typische overheidstaak op grond van deze wetgeving ten behoeve van het publieke belang. Het gemeentebestuur mist ons inziens overtuigingskracht.
Wij – en velen met ons – vinden dat de aantrekkelijkheid van het dorp voor een belangrijk deel bepaald wordt door de gebouwde omgeving. Voor ons zijn dat publieke cultuurhistorische waarden waar we zuinig op moeten zijn.
Onze conclusie is dat de gemeente het middel tot aanwijzen van gebouwen tot gemeentelijk monument in het belang van het dorp onverkort kan inzetten. Maar wel afscheid moet nemen van het politieke uitgangspunt. Dit vereist bestuurlijke overtuigingskracht.
Wat daarbij helpt zijn de interessante gebouwen die de laatste jaren helaas gesloopt zijn en vervangen zijn door moderne middelmaat. Wat daarbij ook helpt is het feit dat er prachtige voorbeelden beschikbaar zijn van karakteristieke gebouwen die door dito eigenaren juist behouden zijn voor de toekomst.
Toepassing van het aanwijzingsinstrument behoeft om te beginnen de cultuurhistorische waardenkaart.

Bergen verliest haar ziel

BEZIELDE DORPEN
Onder die titel schreef A.Roland Holst, op verzoek van het Kunstenaars Centrum Bergen (KCB), in 1957 een boekje dat als geschenk diende ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de kunstenaarsvereniging. Hij licht daarin uitvoerig toe waarom Bergen voor hem de kwalificatie ‘bezield’ verdient. Zelf vestigde hij zich in 1918 in, wat hij later veelvuldig ‘zijn dorp’ zou noemen. Gedurende het eerste kwart van de vorige eeuw zouden veel kunstenaars hem volgen. Op korte onderbrekingen na, bleef Roland Holst het grootste deel van zijn leven aan de Nesdijk wonen in een speciaal voor hem gebouwd huis.
Waaruit bestond voor hem dan die bijzondere aantrekkingskracht van dat ‘bezielde dorp’? Ongetwijfeld hield hij van de compacte historische kern (waar nu zijn door Mari Andriessen gemaakte beeltenis staat), de kleinschalige bebouwing met nog herkenbare agrarische kenmerken, de lommerrijke lanen met veel groen en de karakteristieke villa’s met hun landelijke uitstraling.
Jaren later zou hij over ‘zijn dorp’ schrijven:’ …. al gaat het door vooruitgang achteruit……’ Op slechts enkele meters van zijn voormalige woning staat nu een volstrekt detonerende flat, verrezen te grote villa’s en werden huizen ontsierd door karakterloze ‘uitbouwen’.
Het lijkt wel alsof de ‘ontzieling ‘ van het dorp pas goed op gang is gekomen nadat in 2006 het woonhuis ‘De Stulp’, gebouwd door architect P.Elders voor C.F.Zeiler, stichter van Hotel Nassau in Bergen aan Zee, werd afgebroken om plaats te maken voor een modernistische blokkendoos. Het Van Reenen Park kreeg daardoor definitief een ander aanzien.
Het zou te ver voeren om alle teloor gegane panden hier op te voeren, maar enkele verdienen toch in het bestek van dit artikel genoemd te worden. Zo verdween kortgeleden de door Jan Rietveld gebouwde villa aan de Herenweg en verloor de Meerweg vrijwel volledig haar karakter door de afbraak van diverse panden en de bouw van grote nieuwe villa’s. Ook aan de Komlaan en de Hoflaan moesten karakteristieke Bergense huizen onlangs plaats maken voor nieuwbouw. En het einde is nog niet in het zicht: er loopt een aanvraag voor de afbraak van een beeldbepalende villa uit 1912 aan de Boslaan, Hotel Nassau Bergen van de architecten Roggeveen en Hooning ,zal vrijwel zeker gesloopt worden en voor het voortbestaan van het buitenverblijf ‘De Haaf’ van de beroemde architect De Bazel mag gevreesd worden.

Wat is er aan te doen?
Om te beginnen zou de Gemeente Bergen meer haast moeten maken met het afwerken van de aanvragen voor plaatsing van gebouwen op de Monumentenlijst. Al jaren dringt de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen daarop aan, maar de gemeente zet onvoldoende menskracht in om dat te realiseren en heeft de personele bezetting voor monumentenzorg recentelijk zelfs verminderd!

Kopers van huizen zouden er door de verkoper en de makelaar op gewezen moeten worden dat Bergen een dorp is dat zijn aantrekkingskracht o.a. ontleend aan zijn specifieke historische karakter en dat men zich wel tweemaal moet bedenken alvorens tot afbraak over te gaan. Ik ken iemand die notarieel heeft laten vastleggen dat zijn huis, bij verkoop na zijn dood, niet gesloopt mag worden. Juridisch misschien aanvechtbaar, maar een sympathiek signaal!
Potentiele kopers zouden ook attent gemaakt kunnen worden op geslaagde restauraties en verbouwingen zoals onlangs het huis Contentezza aan de Dorpstraat en het voormalige doktershuis van Poot, eveneens aan de Dorpstraat of de villa De Ark in Park Meerwijk. Voorbeelden van eigenaren met respect voor de cultuurhistorische waarden van hun pand, maar ook met de begrijpelijke wens dat aan te passen aan de eisen van deze tijd.
De gemeente zou een standaard informatie kunnen verstrekken in de vorm van een folder over Bergen als monumentendorp. Er zou daarin gewezen kunnen worden op de betekenis van de monumentenstatus van een huis. Er heerst daarover veel misverstand, bijvoorbeeld als zou aan een monument niets meer veranderd mogen worden en de waarde ervan zou dalen. Gewezen zou ook dienen te worden op de financiële facilitering bij onderhoud of restauratie van het pand, een tot nu toe volledig onder belicht aspect. De gemeente heeft deskundigen in huis die particulieren in voor komend geval van advies kunnen dienen op het gebied van omgang met aan hen toevertrouwd cultureel erfgoed.
Zonder verleden geen heden. De Stichting Behoud Bouwkunst Bergen, de Stichting Mr. Frits Zeiler, De Boerderijen Stichting en aanverwante organisaties doen er alles aan om Bergen haar ‘ziel’ te laten behouden, uit respect voor het verleden en ten faveure van de huidige en toekomstige bewoners.
Ton Dissen