Categorie: Uncategorized

boekbespreking “50 jaar De Wimmenumermolen”

De Wimmenumermolen (1774-2024) in Egmond aan den Hoef

In maart 2024 verscheen de feestelijke jubileum uitgave ter gelegenheid van 250 jaar de Wimmenumermolen in Egmond aan den Hoef.
Een zeer bijzonder boek.
Het is geschreven door Eric Zwijnenberg: molenaar, docent en wetenschapper. Hij doet in dit boek verslag van alles dat hij meegemaakt en verzameld heeft over deze molen, de geschiedenis, de omgeving en de omstandigheden eromheen, in 490 pagina´s.
Zijn betrokkenheid begint in 1953 als zijn ouders de sinds 1950 stilstaande molen als weekend-vakantieverblijf gaan huren (150 gulden per jaar). Hij is dan bijna 7 jaar. In 1955 koopt zijn vader de molen (1000 gulden). Het polderbestuur (de oude eigenaar) deed niks meer aan onderhoud, door de molen aan te kopen was het voortbestaan van dit landschapselement gewaarborgd en het zeer gewaardeerde gebruik veilig gesteld. Maar dat was niet gratis. Achterstallig onderhoud, gebrekkige voorzieningen (geen water bv) vroegen om aandacht. Dat leidde in 1967 tot een eerste grondige restauratie. De molenbouwer die hiervoor was aangetrokken, vroeg tussen neus en lippen door aan Eric: waarom ga je er niet mee malen? Kan dat dan? Natuurlijk, zei hij, alles zit er nog, alleen een beetje aanpassen. Z´n vader was direct enthousiast. En zo gebeurde het dat de Wimmenumermolen weer maalvaardig werd. Tijdens het proefdraaien in datzelfde jaar reed een 17-jarige molenliefhebber op z´n brommer over de Bergerweg. Hij ziet tot z´n verbazing de Wimmenumer draaien, een molen die hem alleen als “dode molen” bekend was. Hij draait z´n stuur en komt meteen door het land naar de molen gereden, maakt kennis met Eric en … er ontstaat een vriendschap die tot zijn overlijden in 2016 zou voortduren. Klaas Zaal, want die was het, kreeg enkele jaren later molen F in de Zijpe onder zijn hoede.
Een belangrijke tweede toevalligheid is dat ook in 1967 een aantal mensen uit de molenwereld bijeenkwamen die de stoot hebben gegeven tot de oprichting van de opleiding vrijwillige molenaar. Die kwam er. In 1970 werden door de Vereniging De Hollandsche Molen de eerste examens afgenomen: de eerste gecertificeerde vrijwillige molenaar was nota bene Eric Zwijnenberg!
In het jubileumboek gaat Zwijnenberg uitgebreid in op de geschiedenis van de Wimmenummerpolder, van de molen zelf, van diens voorganger en van de huidige tot 1953, maar vooral van de molen in “zijn” periode (150 pagina´s!). Voorts worden in 180 pagina´s alle onderdelen waaruit de molen bestaat beschreven en toegelicht. Een grote rijkdom. Elk onderdeel met een eigen specifiek molenkundige naam heeft ook in deze molen een eigen geschiedenis. Hij gaat niet voorbij aan raadsels en zoekt naar de betekenis van plankjes die hij niet begrijpt. Echt trots is hij elke keer dat zijn molen overtollig water helpt weg te pompen waar het electrische gemaal te kort schiet. Dat is soms dagen achtereen pompen!
Tussendoor vertelt Eric ons ook iets van z´n eigen geschiedenis. Hij studeerde sterrenkunde in Leiden, promoveerde in 1976, maar koos voor het leraarschap: natuurkunde op de HTS in Alkmaar. Dat gaf hem de vrijheid aan de basis te staan van het Gilde van Vrijwillige Molenaars (1972) en belangrijke bestuursfuncties te vervullen bij zowel de Vereniging de Hollandsche Molen als het Gilde.
Eric beschrijft in het boek een wereld van liefhebbers, van de mensen die begaan zijn met zijn monumentale houten machine. Niet alleen de molenaars, ook de bouwers, de bestuurders, allemaal komen ze aan bod in de context waarin ze hun taken vervulden.
Het rijk geïllustreerde boek (2 kg) is voor €25 te koop (verzendkosten € 6,95) bij ericzwijnenberg@hotmail.com of ophalen bij de molen in Egmond aan den Hoef.

Jaarverslag 2023

SBBB Inhoudelijk Jaarverslag 2023

 

Onderwerpen:

  1. Oude Hof functieverandering hoofdgebouw
  2. Parkhotel: voortgang procedure
  3. Landgoed Het Hof te Bergen: Planvisie
  4. Pilot Beeldbepalende panden in het Van Reenenpark
  5. Landelijk Gebied Zuid-Ecodorp Bergen, bestemmingsplan
  6. Van Reenenschool: Verkenning Consequenties Opheffing

 

  1. Oude Hof functieverandering hoofdgebouw

Op 2 december 2022 was de zitting voor de Rechtbank Noord-Holland in Haarlem van deze zaak, een café-restaurant in het hoofdgebouw. In ons beroepschrift hadden wij een zevental gronden aangevoerd, waarvan de belangrijkste was dat de verleende vergunning teruggreep op de parkeeroplossing uit het Voorontwerp bestemmingsplan uit 2018. Dat plan was nooit vastgesteld en had geen rechtskracht. De Commissie voor de bezwaarschriften had dat in juli 2021 ook al geconcludeerd, maar B&W ging daar toen aan voorbij. Over hun tijdelijke oplossing voor het parkeerprobleem (parkeren op het Westelijke Eiland, met alle negatieve consequenties voor flora en fauna in het Natura 2000-gebied), vroeg de rechter wat dit betekende? Ze zag er weinig in, zo bleek uit haar uitspraak op 28 maart 2023. Ons beroep was gegrond. Het bestreden besluit is vernietigd. De gemeente moet opnieuw beslissen op ons bezwaar (waar moet het parkeren dan?). Maar de gemeente deed niks. Ook niet na het onherroepelijk worden van de beslissing van de rechtbank op 8 mei.

Wij hebben op 4 december 2023 de gemeenteraad geïnformeerd over het ontbreken van actie door de gemeente. Dat geldt niet voor de ondernemers in het Oude Hof, die breiden hun activiteiten zelfs uit. En wat niet mocht gebeurt toch: parkeren op het Westelijke Eiland.

Op 23 januari 2024 heeft advocaat mr. LT van Eijck van Heslinga namens SBBB de gemeente in gebreke gesteld met de bedoeling de gemeente te doen besluiten op de uitspraak van de rechtbank.

 

  1. Parkhotel

Op 3 november 2021 hebben wij een beroepschrift bij de Rechtbank Noord-Holland ingediend tegen de beslissing op bezwaar van de gemeente van 30 september 2021. Ons bezwaar in hoofdlijnen betrof:

  1. de bouwkundige en anderssoortige afwijkingen van het vigerend bestemmingsplan;
  2. de (foutieve) berekening van het aantal benodigde parkeerplaatsen met enorme consequenties voor de parkeerdruk in de openbare ruimte.
  3. de verkeersonveilige consequenties voor de ontsluiting van de parkeergarage via het voet/ fietspad Smallepad.

Op 9 januari 2023 was de zitting voor de rechtbank Noord-Holland in Haarlem. Omdat niet alle vragen beantwoord konden worden, kreeg de gemeente 14 dagen de tijd die alsnog te geven. In dat antwoord zat een belangrijk nieuw element: het hoogteaccent (van het hotelplan) op de hoek Breelaan/Stationsstraat zou de aanzet vormen van centrumplan-ontwikkelingen en daardoor acceptabel zijn. Wij constateerden dat de recent gepresenteerde  ontwerpen voor het Plein wel 4 m lager zouden worden dan wat voor het hotelplan werd gevraagd. Dus geen toelaatbaar hoogteaccent, maar een exessieve hoogte-overschrijding. Bovendien heeft de gemeenteraad nog steeds geen “verklaring van geen bedenkingen’ afgegeven voor dat vermeende hoogteaccent op het Plein.

De rechtbank heeft op 5 juli 2023 uitspraak gedaan:

  1. het bestreden besluit op de motivering van de goede ruimtelijke ordening wordt vernietigd.
  2. de rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven op dat punt in stand.
  3. het bestreden besluit op de motivering van de vraag of het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan Parkeren wordt vernietigd.
  4. binnen 6 weken na de dag van verzending van deze uitspraak moet de gemeente een nieuw besluit nemen op het bezwaar met inachtneming van de uitspraak.

Op 27 juli 2023 hebben wij een Pro Forma Hoger Beroepschrift bij de Raad van State ingediend.

Daarnaast heeft ons bestuur de uitspraak van de rechtbank voorgelegd aan deskundigen. Zij adviseerden ons een mogelijk hoger beroep niet zelf te doen, maar er een ter zake deskundige advocaat voor in de arm te nemen. Op 18 augustus 2023 hebben wij een eerste gesprek gehad met advocaat mr. drs. LT van Eijck van Heslinga uit Alkmaar. Op 21 augustus heeft mr. Van Eijck van Heslinga opdracht gekregen deze hoger beroepzaak namens SBBB te doen.

Uit de gang van zaken tot dusver hadden wij al begrepen dat de rechtbank belang toekent aan ondersteuning door deskundigen bij de eigen argumentatie. In onze stukken hebben wij inzichten en kennis van andere terreinen dan onze eigen gebruikt. Bijvoorbeeld op verkeerstechnisch en stedenbouwkundig terrein. Daarom hebben wij hulp gevraagd aan Ing. M. Oost Indië, verkeerskundige en aan ir. P.G. de Bois, Msc. Architect | Urban Designer, om contra expertises te maken, als neutrale deskundige onderbouwing van ons hoger beroepschrift.

Op 6 oktober 2023 heeft mr. Van Eijck van Heslinga zijn Aanvullend Hoger Beroepschrift (inclusief 3 Producties) aan de Raad van State gestuurd.

Er is nog geen datum voor een zitting gepland.

 

  1. Landgoed het Hof te Bergen: Planvisie

Al in 2022 waren wij begonnen met het vinden van een antwoord op de vraag hoe het verder zal moeten met het Oude Hof. Het Voorontwerp bestemmingsplan Landgoed ´t Oude Hof was in november 2018 gepubliceerd, maar vervolgens nooit verder behandeld. De gemeente liet bij de behandeling van onze bezwaren tegen de functieverandering van het hoofdhuis (zie ook 1) bij de Commissie voor de bezwaarschriften min of meer zijdeling weten dat er aan dat bestemmingsplan zou worden gewerkt, maar daar bleek ons niks van. Juist de wijze van behandeling van de aanvragen van omgevingsvergunningen gaf al aan dat de gemeente niet met een bestemmingsplan bezig was. Toch: het gebruik van het landgoed door wandelaars, bezoekers van Blooming, de Zwarte Schuur, kantoren, de padvinders en de paardrijders werd niet minder. Verloedering en slijtage vallen op.

Het antwoord op de vraag hoe nu verder publiceerden we in een boekje: “Landgoed Het Hof te Bergen, historie cultureel erfgoed, stand van zaken en Planvisie”, in januari 2023. Het staat op onze website. Het boekje eindigt met de Planvisie. Die visie laat zien wat volgens ons nog gedaan moet worden na het stopzetten van het Voorontwerp bestemmingsplan.

Allereerst hebben  we het Voorontwerp beoordeeld. Volgens dit plan wordt het parkeerprobleem opgelost door midden in het Park de huidige paardenbak te vervangen door een met straatverlichting uitgerust parkeerterrein van 83 plaatsen. De paardenbak moet dan wel verplaatst worden op kosten van Blooming naar het Westelijke Eiland, maar aangepast aan Europese wedstrijd-afmetingen, en met een eigen afsluitbare toegang over de westelijke vijver. De dienstwoning wordt aangepast aan de behoeftes van de gebruikers (was-, kleed- en ontmoetingsruimtes). Wat deze veranderingen betekenen voor de natuurwaarden is een probleem voor het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland. Het nieuwe parkeerterrein betekent dat de ontsluitingsroute vanaf de Eeuwigelaan met 240 m wordt verlengd tot 550 m (grotere stikstof en fijnstof uitstoot en meer verkeersconflicten tussen recreanten en auto’s). Onduidelijk is gebleven wat het dubbele gebruik van het Westelijke Eiland voor het beheer betekent. Onze conclusie was, dat er alle reden is opnieuw naar de problemen van het Landgoed te kijken. Op grond van een uitvoerig historisch onderzoek en landschappelijke analyse volgt dan:

onze Planvisie

Dit zijn drie scenario´s voor het overheersende probleem:

Scenario 1: geen parkeerfaciliteiten in de buitenplaats;

Scenario 2: alleen parkeervoorzieningen aan de randen aan/op/bij de verkeerswegen;

Scenario 3: een nieuwe parkeervoorziening op de Kijklaan.

Bij alle drie wordt de hoofdtoegang tot het Hof verplaatst naar de Kijklaan, waarbij de aansluiting op de Eeuwigelaan via het te herstellen Rondeel plaats zal vinden.

De drie scenario´s hebben we schetsmatig verbeeld.

Bij scenario 1 komt men in het Oude Hof lopend, per fiets of met behulp van openbaar vervoer. Dat laatste zou ook shuttle-vervoer kunnen zijn, onder andere van en naar de P&R Groeneweg.

Bij scenario 2 worden speciale parkeermogelijkheden gecreëerd opzij (aan de zuidkant) van de Hoflaan en de Eeuwigelaan via een ventweg.

Bij scenario 3 wordt parkeren gerealiseerd aan weerszijden van een 9m brede groene middenberm van de Kijklaan.

Onze visie wordt ondersteund door de directies van Blooming en Cinebergen. Door het boekje Landgoed het Hof te Bergen op 9 juni aan het gemeentebestuur aan te bieden kwam onze oplossing in handen van B&W, met het verzoek de scenario´s uit te werken.

Wethouder Briët heeft een eerste (verkeerskundige) waardering ervan met SBBB, Blooming en CineBergen besproken op 10 oktober. Die waardering is op vier onderwerpen uitgevoerd: bereikbaarheid, veiligheid, beleidsmatig en landschappelijk. Naast de drie scenario´s van SBBB heeft de wethouder ook het “model” uit het Voorontwerp bestemmingsplan Landgoed ´t Hof te Bergen uit 2018 als “scenario 4” aan zijn waardering toegevoegd en laten beoordelen door een verkeerskundig medewerker.

De conclusie van de gemeente was dat scenario 4 de beste papieren heeft om verder te ontwikkelen. We hebben aan de gemeente laten weten de beoordeling onvoldoende te vinden en de conclusie niet te delen.

Het is op dit moment niet duidelijk wat de volgende stappen van de gemeente zijn. Gezien de voorlopige voorkeur van de wethouder is het zelfs de vraag of hij bereid is de scenario´s te (laten) onderzoeken. SBBB zal zich daar dan (ook juridisch) tegen verzetten.

 

  1. Pilot beeldbepalend erfgoed in het Van Reenenpark

In 2022 heeft de gemeenteraad besloten dat het wenselijk zou zijn om naast de bescherming van cultureel erfgoed in de vorm van gemeentelijke monumenten ook te kijken naar minder vergaande vormen van bescherming, zoals beeldbepalend erfgoed. Dit gebeurde in een besluit om een pilot op te zetten, één in Egmond aan Zee en één in het Van Reenenpark. De pilot is in handen gelegd van de Stichting Mooi Noord-Holland, een adviesbureau voor alle Noord-Hollandse gemeenten. Als gevolg van de wens van de gemeente vooral gebruik te maken van plaatselijke kennis op dit gebied is aan SBBB gevraagd te helpen bij de inventarisatie van potentieel beeldbepalend erfgoed. Samen met twee leden van de Commissie Culturele Kwaliteit en iemand van de Historische Vereniging Bergen is dat gebeurd.

In september 2023 is een concept-rapport gepubliceerd, waarvan de resultaten in twee sessies in februari 2024 zijn voorgelegd aan de eigenaren van potentieel beeldbepalende panden van respectivelijk het Van Reenenpark en Egmond aan Zee. Van de honderden panden die het Van Reenenpark rijk is, zijn er slechts 24 aangewezen als te beschermen beeldbepalend pand. Wij vinden dat veel te beperkt. Hoe de eigenaren reageren op de aanwijzing is nog onbekend. Dus ook wat de conclusies zijn voor de gemeente met eventueel beeldbepalend erfgoed in de overige dorpen van de gemeente. Conclusies die van belang zullen zijn voor de opgave, zoals wij al voor de kern Bergen hebben geschetst in ons boekje ‘Naar een nieuw erfgoedbestand Bergen NH’ uit 2021.

Het Van Reenenpark is de eerste nieuwbouwwijk in Bergen uit 1917. De wijk heeft toen z´n huidige bijzondere vorm en kwaliteit gekregen. De meeste van de gebouwen zijn in die jaren gebouwd. Vrijstaande bakstenen huizen met pannen gedekte kappen op ruime groene percelen. Een groot aantal zijn gebouwd als pension. Het wegenpatroon, de brede groene bermen en het bosachtige karakter maken een sterk samenhangende stedenbouwkundige geheel. Onze eerste kwalificatie zou dan ook zijn: het Van Reenenpark is een te beschermen dorpsgezicht. Daarnaast adviseren wij panden aan te wijzen als monument of beeldbepalend object. Ten onrechte kiezen de wethouder en Mooi Noord-Holland uitsluitend voor de suboptimale bescherming van slechts 24 beeldbepalende panden. We hebben onze reactie vervat in een boekje dat op onze website komt.

 

  1. Landelijk Gebied Zuid-Ecodorp Bergen, bestemmingsplan

Eind december 2023 is het Ontwerpbestemmingsplan Ecodorp ter visie gelegd (hierna te noemen VO2). Op 3 februari 2024 hebben wij een Zienswijze ingediend bij de Gemeenteraad.

Dit plan betreft een omvangrijke herontwikkeling van een groot (15 ha) kwetsbaar gebied in een waardevol historisch landschap. Vòòr 1937 was dit een open agrarisch gebied, deel van de Bergermeer Polder, daarna een militair vliegveld en na de oorlog een Mobilisatiecomplex van het ministerie van Defensie. In 2013 twerd het gebied verkocht aan de Ecodorp Steunstichting. Hun herontwikkeling wordt gericht op:

  • de bouw van ecologisch gebouwde woningen voor een community van 60 bewoners;
  • het ontwikkelen van een proeftuin voor duurzaamheid en natuureducatie.

SBBB onderschrijft deze doelstellingen. Hoewel de community de afgelopen 10 jaar zeker niet stil heeft gezeten, is het ter visie gelegde Ontwerpbestemmingsplan de tweede versie (de eerste had als datum juni 2015). VO2 wijkt op een aantal punten af van de eerste en ook van het Publieke Programma van Eisen dat in 2012 was opgesteld door de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van EZ (de verkoper), de provincie Noord-Holland en de gemeente Bergen.

Het PPvE 2012 splitste het complex in drie delen: “entree en (woon)erf”, “weidepark” en “weide en natuur”. In het algemeen geldt een uitstraling van rust en natuur, geen verkeersaantrekkende activiteiten.

  • Het westelijke deel (“weide en natuur”) moet een open karakter krijgen, afgestemd op het omringende weidelandschap; openheid en doorzicht zijn leidend.
  • Het noord-oostelijke deel (“entree en (woon)erf”) krijgt de geconcentreerde functie wonen, wonen met zorg, cultuur en/of cultuureducatie, atelierwoningen, beeldentuin; in omvang en verschijningsvorm gerelateerd aan agrarische bebouwing qua maat en schaal en omgeven door voldoende groen om e.e.a. aan het oog te onttrekken.
  • Het (zuid)oostelijke “weidepark” wordt een open overgangsgebied naar weide en natuur en de omringende polder.
  • Het terrein wordt openbaar toegankelijk voor wandelaars en fietsers.

Volgens VO2 verliezen het westelijk en zuidelijk middendeel het open karakter. Deze delen worden niet meer afgestemd op het omringende open landschap en evenmin recreatief toegankelijk. In plaats daarvan wordt de huidige bomensingel weliswaar gesnoeid maar om het hele complex gehandhaafd. De recreatieve routes zijn geschrapt. Het gebied wordt omgevormd naar de wensen van de gebruikers.

Ecodorp wordt geheel omringd door weidevogelgebieden, allemaal behorend tot het Nationaal Netwerk Natuur (NNN). De ruim aanwezige opgaande beplanting is voor weidevogels zeer ongewenst, omdat roofvogels zich daarin plegen op te houden, met negatieve consequenties voor de ontwikkeling van de weidevogelpopulatie. Echter zonder alternatieven te overwegen heeft het College van B&W in december 2023 besloten accoord te gaan met de bepalingen in VO2 voor wat betreft de handhaving van de huidige bomensingel om het terrein. SBBB maakt hiertegen bezwaar.

Naast enkele voor SBBB onduidelijkheden rond het woningbouwprogramma en de parkeerfaciliteiten is Ecodorp volgens VO2 ook van plan evenementen te organiseren die dit stiltegebied kunnen vertoren. Toch wordt het gebruik van electronisch versterkt geluid geaccepteerd. Dit is een probleem dat sterk gebagatelliseerd wordt. De ervaring van omwonenden de afgelopen jaren bevestigt dit. Een algeheel verbod is hier op z´n plaats.

SBBB heeft op 5 februari 2024 een zienswijze tegen VO2 ingediend bij de Gemeenteraad.

 

  1. Van Reenenschool: Verkenning Consequenties Opheffing

In juni 2023 verschenen alarmerende berichten in de plaatselijke pers van het voorlopige standpunt van het bestuur van de Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs (ISOB). Volgens dit standpunt zou de Van Reenenschool in de zomer van 2024 worden opgeheven, nadat er een bestuurlijke samenvoeging met de Lucebertschool was gerealiseerd.

De Van Reenenschool is gebouwd in 1931 in de stijl van de Amsterdamse School, de architect was Jan Roggeveen, ook directeur Gemeentewerken. Een Rijksmonument. Het schoolgebouw was het toenmalige antwoord op progressief onderwijs. In 1974 is het gebouw aangepast aan de modernste eisen, beter onderwijs in een betere omgeving. Gangen en hal werden ten dienste gesteld van de leerlingen. De zolder werd geschikte gemaakt voor theater met een toneelbühne. In 1998 werd de naastgelegen kleuterschool omgebouwd tot gymzaal en in 2005 is de hele school totaal gerenoveerd.

Het besluit van het schoolbestuur de Van Reenenschool op te heffen is gebaseerd op een onderwijs-technische analyse waar SBBB vraagtekens bij zet. Het beste gebruik van dit als schoolgebouw gebouwde monument is natuurlijk schoolgebouw. Bij verkoop en functieverandering blijft het een monument, maar de plek verliest z´n betekenis en kleur.

Volgens de analyse zou het aantal leerlingen van de Van Reenenschool bv kleiner zijn geworden, terwijl de Lucebertschool groter werd. De eerste werd kleiner omdat in 2022 31 kinderen uit Oekraïne werden opgenomen en van hen werd kennelijk verwacht dat ze zouden terugkeren. De uitstroom van groep 8 leerlingen naar HAVO en VWO was die bij de Van Reenenschool groter dan die bij de Lucebertschool. Opheffing van de Van Reenenschool brengt met zich mee dat de leerlingen uit het westelijk deel van het dorp aanzienlijk meer moeite moeten doen om bij de Lucebertschool te komen en gevaarlijke wegen moeten kruisen. Het voordeel van de eigen nabije gymzaal verdwijnt ook.

Het grote voordeel voor het schoolbestuur is de financiële waarde van de Van Reenenschool bij verkoop. Voor het schoolbestuur speelt hierbij ook mee dat het gebouw opnieuw een – naar eigen zeggen – financieel ondragelijke algehele renovatie en klimaatadaptatie behoeft.

We hebben deze Verkenning in juli aangeboden aan het bestuur van de Stichting Behoud Van Reenenschool, dat zich verzet tegen het voornemen van het ISOB-bestuur.

Ons advies is als PDF te downloaden van onze website.

Erfgoed bescherming: naar nieuwe mogelijkheden?

De Erfgoedverordening van de gemeente Bergen kent één soort bescherming van cultuurhistorisch interessante gebouwen: het gemeentelijke monument. De afgelopen decennia is de gemeente erin geslaagd in de kern Bergen 30 gebouwen die gemeentelijke status te geven. Is dat veel? Er staan in Bergen 5740 woningen, waarvan dus 30 gemeentelijk monument zijn. Dat is niet veel, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de vergelijking met een gemeente als Laren, met de ongeveer gelijke aantallen inwoners en woningen, maar wel met 139 gemeentelijke monumenten. Niet alleen onze stichting ook het Cuypersgenootschap, de Erfgoedvereniging Heemschut en de Mr Frits Zeiler Stichting hebben al jaren aangedrongen iets te doen aan de ook door de gemeente geconstateerde achterstand op dit terrein. De weerstand bij gebouw-eigenaren tegen monumentenaanwijzingen en het daardoor ontstane gebrek aan ambtelijke capaciteit (dus politieke onwil) verklaren deze achterstand.

In 2022 heeft het college van B&W (net voor de gemeenteraads verkiezingen) besloten toch een begin te maken de achterstand in te lopen. Gekozen is dat niet te doen met gewone monumenten, maar met een afleiding, een ondersoort, het beeldbepalend gebouw. Het middel werd een pilotproject dat handvaten zoekt om beeldbepalend erfgoed te kunnen beschermen. Een beeldbepalende aanwijzing krijgt – is de verwachting – een beter onthaal van z´n eigenaar dan bij een monumentenaanwijzing. Beeldbepalend erfgoed bespaart de overheid vast veel werk.

De uitvoering van het pilot-project is opgedragen aan Mooi Noord-Holland, het provinciale erfgoed-, kennis- en adviesbureau. Dat is nog hetzelfde jaar van start gegaan, op twee plekken. In Egmond aan Zee, in het oude vissersdorp, en in Bergen in het Van Reenenpark. Het onderzoek is in 2023 afgerond.

Wat is het verschil tussen een gemeentelijk monument en een gemeentelijk beeldbepalend gebouw? De monumentenstatus vraagt om een externe en interne beschrijving en beoordeling. Bij een beeldbepalend gebouw beperkt de beschrijving zich tot wat je vanaf de straat of openbare weg ziet, meestal de voor- en soms zijkant en delen van het dak. Het gaat om karakteristieke zaken, niet alleen qua gebouw, maar soms ook om de bewoningsgeschiedenis. Mooi Noord-Holland heeft zich  voor dit project laten assisteren door plaatselijke krachten. Deze zouden goed op de hoogte zijn van namen en rugnummers.

Mooi Noord-Holland heeft aan de hand van 4 criteria alle vanaf de straat zichtbare gebouwen in de beide gebiedjes geïnventariseerd en gewaardeeerd. Die criteria zijn cultuurhistorische waarde, architectonische waarde, stedenbouwkundige waarde en ensemblewaarde, met onderwaarderingen van A (hoog) tot D (laag).

De uitkomsten

Voor Egmond aan Zee worden op deze wijze 44 adressen aangewezen, in het Van Reenenpark 24 als  beeldbepalend. Het verschil in aantal laat zich verklaren in de stedenbouwkundige setting. Het oude vissersdorp, gelegen in een smalle duinvalei, bestaat uit kleinere vaak aaneengesloten huizen langs een smal-bochtig stratenpatroon, terwijl het Van Reenenpark een villawijk uit het begin van de 20e eeuw is met ruime straten in een enigszins glooiend en erg groen landschap. Het Van Reenenpark lijkt ons overigens gemakkelijker en beter te omschrijven als een te beschermen dorpsgezicht, maar dat is een categorie die niet voorkomt in de gemeentelijke Erfgoedverordening.

 

Egmond aan Zee Bergstraat 31                        Egmond aan Zee Julianastraat 5

   

Bergen ´t huis Kagok Renbaanlaan 15S     Bergen Prinsessenlaan 36-38

Een belangrijk doel van de pilot-studie is een antwoord op de vraag hoe de gemeente beeldbepalend erfgoed in de andere dorpen en buurten van de gemeente kan aanwijzen. Heeft deze studie dat antwoord opgeleverd?

Wij denken slechts beperkt. Zoals de beide buurten gekozen zijn voor deze studie, zo zal waarschijnlijk te werk worden gegaan. Dat wil zeggen de gemeente kiest gebiedjes volgens de buurtindeling, nu eens hier, nu eens daar, omdat de hele gemeente of een dorp als Bergen gewoon te groot is, gegeven de beschikbare capaciteit. Het aantal beeldbepalende panden is vrij zeker veel groter dan het aantal echte monumenten. Dat klemt te meer daar de achterstand bij de aanwijzing van “gewone” monumenten er ook nog is.

(Wouter Hubers)