Hekken bij de Philisteinse Molen

De Philisteinse Molen (tussen Bergen en Het Woud) staat bekend als de molen met één van de beste molenbiothopen, de best mogelijke windvang. Tot ca. 1950 woonde de molenaar met familie in de molen, daarna is de molen aan de gang gehouden door een vrijwillige molenaar (tot 2017). Kort na de in-dienst-treding van de twee nieuwe vrijwillige molenaars (2018) heeft de eigenaar van het omringende polderland op eigen houtje 2 meter hoge stalen hekken geplaatst bij de toegangen tot het molenerf. De hekken staan er sindsdien als open grensbewaking, maar ze kunnen op slot. Van oudsher is de molen vrij toegankelijk vanaf de Herenweg, maar ook over het pad langs de Berger Ringvaart vanaf de Kolonel Sneepweg en als derde lopend langs de Roosloot vanaf de Voert. De eerste mogelijkheid is onklaar gemaakt sinds de boerderij van Veldt in handen is gekomen van een buurman.

De Stichting Behoud Bouwkunst Bergen vindt dat deze hekken niet passen in het open landschap en een smet zijn op deze monumentale plek. Wij hebben op 17 februari 2020 bij de gemeente een verzoek om handhaving gedaan. De hekken zijn zonder vergunning opgericht, dus volgens ons illegaal. Op 2 september heeft de gemeente over ons verzoek besloten.

Het is een antwoord aan de grondeigenaar. De gemeente legt hem een zogeheten last onder dwangsom op van € 25.000, tenzij hij binnen 3 weken de hekken zal hebben verwijderd.

Het is een beslissing die niet licht is genomen. De gemeente moet namelijk onderzoeken of legalisatie alsnog mogelijk is. Kan een omgevingsvergunning worden verleend? Het geval is daartoe voorgelegd aan de welstands­commissie, die oordeelde dat de hekken het open karakter van het landschap in sterke mate verstoren en als perceelafscheiding niet passend en gewenst zijn in dit gebied. Legalisatie is derhalve onmogelijk.

Een blijvend open landschap zou ook voor een grondeigenaar een positieve waarde moeten hebben….

Wat gebeurt er met het Oude Hof?

 

deel kaart van Blaeu uit 1662

deel ontwerp Oude Hof 1652 (boven de 3 eilanden, iets onder het midden de Eeuwigelaan en het Rondeel)

 

1. Het Oude Hof

De grondslag van dit monument is de klassistische tuin- en parkaanleg uit 1643, met lanen en vijvers, gelegen iets ten westen van de dorpskern met de Ruïnekerk.

De parkaanleg kent twee hoofdassen: de noord-zuidas van de duinen tot het middeneiland en de oost-westas, de verbindingsweg (de Eeuwigelaan) van de dorpskern naar Bergen aan Zee en de Egmonden. Op de kruising van deze twee assen bevindt zich het Rondeel (op de ontwerptekening uit 1652 genoemd Pleijn). Het Rondeel is ruimtelijk geaccentueerd met aarden wallen in de vorm van een rozet in vier losse delen. Delen daarvan zijn nog steeds aanwezig.

ontwerp 1652 Rondeel                  Rondeel met restanten van de wallen

2. Renovatieplan voor het Oude Hof (1)

Eind december 2017 heeft de gemeenteraad een besluit genomen tot wijziging van het bestemmingsplan. Dit is de bevestiging van gewenste en noodzakelijke gebruiks­aanpassingen.

Was het Oude Hof oorspronkelijk de woonplaats van de Heer van Bergen, in 1952 verkochten de erven van Jacob van Reenen “dit oud oord van stilte onder trotse bomen” aan het “Bergen´s gemenebest” (uit gedicht van A. Roland Holst). Nadien is dit “oord” in gebruik geweest bij de Volkshogeschool, tegenwoordig “blooming”, die het hedendaagse publiek moet bedienen. Dit laatste nu is de reden van de bestemmingsverandering: horeca en parkeervoor­zieningen ontbreken namelijk. Het renovatieplan hoopt te voorzien in deze tekortkomingen.

3. Renovatieplan voor het Oude Hof (2)

Het plan gaat uit van de verplaatsing van de hoofdtoegang naar het middeneiland over de Kijklaan (de hoofd-noord zuid-as. De huidige toegang over de Roodeweg vervalt en wordt een voetpad. De illegale parkeerplaats op het laatste stukje van de Kijklaan voor de brug naar het middeneiland vervalt ook, maar er komt een nieuwe parkeervoorziening ter plaatse van de huidige (vlak bij gelegen) paardenbak van de Kennemer Ruiters, die zal worden verplaatst naar het westelijke eiland. Voor alle functies (CineBergen, kantoren, café-restaurant, bezoekers, etc.) zouden ruim tachtig parkeerplaatsen nodig zijn. Dat is meer dan 2x zo veel als het aantal auto´s dat in 2006 voor de brug kon worden gestald (dat is de peildatum voor Natura 2000). Gezien de stikstofproblematiek is het daarom zeer onwaarschijnlijk dat in dit plan meer dan 40 parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Het plan zal dus nog wel enige tijd in de kast blijven.

De gemeenteraad heeft in december 2017 een besluit genomen voor de aanleg van een tweede fietspad aan de zuidzijde van de Eeuwigelaan (waar nu een wandelpad is). Dit is een omstreden besluit, maar het leidt wel tot enig nadenken bij de kruising met het Rondeel. Want dat wordt nu ineens actueel.

Was het Rondeel eigenlijk een vergeten plek, onopvallend en deel van het bos geworden (het verkeer van en naar zee over de Eeuwigelaan bepaalt de sfeer), omdat daar (als het Oude Hof-plan door zou gaan) een verkeersprobleem zal ontstaan (afslaand en/of invoegend verkeer), dwingt – vinden wij – de historische basis tot een pas op de plaats. Zeker nu gewerkt wordt aan dat tweede fietspad. Wat is de beste oplossing voor het maken van dit kruispunt?

4. Onze suggestie voor een oplossing

De randen van het Rondeel bestaan uit de restanten van aarden wallen (oorspronkelijk tot een hoogte van ca. 1,80 m). Samen hebben zij de vorm gehad van een rozet, zoals goed te zien is op de ontwerptekening uit 1652. Ze zijn nu begroeid met opslag en bomen, dat geldt ook voor het Rondeel zelf.

De ruimte binnen het restant wallen is groot genoeg om de verkeerskruising uit te voeren in de vorm van een rotonde. De vraag is hoe om te gaan met de begroeiing en met de wallen. Moet alle begroeiing weg of slechts een deel? Ligt het voor de hand het rozet in oude glorie terug te brengen? Wat zijn de overwegingen die mogelijke keuzen kunnen rechtvaardigen?

Ons voorstel reageert op ontwerpen die binnen de gemeente rondgaan. Die negeren het monumentale Rondeel. Wij gaan ervan uit. De afslag van de rotonde naar de Kijklaan is uiteraard nu niet toegevoegd. Het gaat ons om een goede oplossinmg van de huidige verkeerstromen met het nieuwe fietspad door middel van een rotonde in het Rondeel.

blauw is fietsverkeer, geel is autoverkeer

Omdat het fietsverkeer verandert (niet alleen in ons dorp overigens) wil de gemeente waar mogelijk de breedte van de fietspaden aanpassen. De fietsstraat die op het eerste stuk van de Hoflaan is ingericht wordt daarom doorgetrokken van Kranenburgh naar de kruising met de Komlaan. Vlak daarvoor buigen de fietsers af naar de bestaande oversteek over de Komlaan zodat de auto´s plek hebben om te kunnen invoegen op de doorgaande weg en de fietsers hun weg kunnen vervolgen over de brug over de Holle Vijver. Dit fietsgedeelte is al 4 m breed. Het bestaande tweerichtingen fietspad wordt tot het Rondeel verbreed tot diezelfde 4 m. Dit is het enige stuk van het bestaande fietspad waar zo´n verbreding mogelijk is. Vlak voor de rotonde is de afslag naar het Scholierenpaadje naar de Rondelaan. Direct na de rotonde begint het tweede eenrichtingsfietspad aan de zuidkant van de Eeuwigelaan. Het bestaande fietspad verandert hier in een eenrichtingsfietspad, richting Franschman.

Ons voorstel loopt vooruit op het toekomstige gebruik van de buitenplaats het Oude Hof. Het hoopt gebruik te maken van het voornemen van de gemeente een tweede fietspad aan te leggen naar en van zee.

In memoriam Wim Vroom

Op Vrijdag 30 Augustus is in zijn Bergense woning op 89-jarige leeftijd ons bestuurslid Wim Vroom overleden. Voor het maatschappelijke en culturele leven van Bergen heeft Wim Vroom grote betekenis gehad. Zo was hij al vroeg betrokken bij de stichting van Museum Kranenburgh o.a als adviseur tentoonstellingsbeleid en collectievorming  en verrijkte hij het museum meermaals met belangrijke schenkingen. Hij was medeoprichter van de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen en bestuurlijk daarbij nog tot het laatste moment betrokken. Samen met zijn vrouw, de kunsthistorica Eline van Leeuwen, was hij in 1997 verantwoordelijk voor de uitgave van  de gids’ Bouwkunst in Bergen en Bergen aan Zee ‘en organiseerde hij een omvangrijke tentoonstelling onder die titel in Museum Kranenburg. In 2006  verscheen zijn publicatie ‘De Nieuwe Kring/filosofen en kunstenaars in Bergen’ eveneens gepaard gaand met een gelijknamige expositie in het museum. Het standaardwerk over’ Park Meerwijk’ van Erik Mattie en Eline van Leeuwen kwam in 2005 tot stand , mede door de niet aflatende steun en stimulans van Wim Vroom.

De Gemeente Bergen eerde Wim Vroom in 2010 met het ere burgerschap. Dat kwam hem toe op grond van zijn grote betrokkenheid bij het museum, maar ook vanwege zijn onvermoeibare inzet voor de belangen van het cultureel erfgoed van de gemeente. Vanaf de oprichting in 1993 tot zijn overlijden was Wim actief bestuurslid van de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen. Hij sloeg geen vergadering over en droeg op de hem eigen kritische zowel als  aimabele wijze bij aan het overleg. Zijn grote vakkennis en bestuurlijke ervaring zullen node gemist worden. Velen zullen dierbare herinneringen aan hem behouden.

Ton Dissen

Een cultuurhistorische waardenkaart voor Bergen

Waarom een cultuurhistorische waardenkaart?

Bergen is een aantrekkelijk dorp, ook voor toeristen. Dat is zo gekomen sinds het burgemeestersechtpaar Van Reenen begin 1900 het dorp wakker schudde en toonde aan de wereld. Er kwam een renbaan. Er werden hotels en pensions gebouwd, er kwam een aansluiting op het spoorwegnet, en een nieuw dorp, Bergen aan Zee. Er kwamen ook kunstenaars, schilders, beeldhouwers, musici en dichters, die er werkten en er zich ten dele ook vestigden. Zo vond de omvorming plaats van een agrarisch naar een villa- en toeristendorp.
Hoewel inmiddels sterk uitgebreid is het dorp populair en aantrekkelijk. Het gemeentebestuur heeft er een dagtaak aan dat zo te houden. De cultuur, de bossen, de duinen, de polders, de rust: dat heeft het dorp de bezoeker te bieden.
Dat is zo. Toch begint het beeld barsten te vertonen. Het winkelbestand is als overal eenzijdig geworden. Meer supermarkten en modewinkels, minder winkels voor dagelijke goederen. Voorzieningen worden samengetrokken. Bestuurlijke schaalvergroting. Dorpse wegenstructuur. Gebrekkige parkeer-mogelijkheden. Er zijn geen woningen meer voor de gewone man en voor jongeren. De prijzen die gevraagd en betaald worden op de tweede hands woningmarkt zijn boven de landelijke trends gerezen. Kopers komen veelal van buiten. Jongeren trekken weg. Het dorp veroudert.
Omdat er weinig echte nieuwbouw¬locaties meer zijn, richten de nieuwe bewoners zich op wat op de markt beschikbaar komt. Maar het bestaande is oud en zelden genoeg. Nieuwe eigenaren kiezen gemakkelijk voor sloop en (grotere) nieuwbouw. De gemeentelijke bestemmings¬plannen staan dat toe.

Voor onze Stichting is dat zorgelijk. De gemeente heeft de laatste decennia weinig belangstelling getoond voor dat bestaande, voor de kwalitatieve aspecten van de bestaande bebouwing. Want die aspecten lijken verborgen, liggen onvoldoende vast en verdwijnen. We zien dan ook een zekere verschraling van het beeld van het dorp. De gemeente kan op sociale of cultuur¬historische gronden gebouwen de monumentenstatus verlenen, maar doet dat (bijna) nooit. Er is een lijst van ruim 300 gebouwen die mogelijk monumentaal zijn, maar het onderzoek daarnaar is nog niet eens in de verte zichtbaar.
Dit is een beleidsgebied waar ons inziens dringend aandacht aan zou moeten worden besteed. In de kern Bergen wonen ca. 12.500 mensen in ca. 6.000 woningen. De gemeente krijgt met de nieuwe omgevingswet de mogelijkheid, feitelijk de plicht, om ook met deze taak aan de gang te gaan. De nieuwe wet, die in 2021 in zal gaan, draagt elke gemeente op een omgevingsvisie en een omgevingsplan te maken. Allerlei zaken die tot heden werden vastgelgd in bestemmingsplannen komen dan in het omgevingsplan. De manier waarop dit tot stand zal komen wijkt wel af van wat we gewend zijn. De nieuwe wet beoogt ruim baan te geven aan het particulier initiatief waarbij de overheid vooral ondersteunend wordt geacht te zijn. Zaken als vergunnmingsvrij bouwen krijgen meer mogelijkheden, vrezen wij. Deze ontwikkeling relateren wij aan de steeds grotere afstand van het amtbelijke apparaat ten opzichte van de omgevingen waarop veranderingen zich afspelen. Daarom is het belangrijk dat het omgevingsplan gebaseerd wordt op de cultuurhistorische ondergrond. Er is een waardenkaart nodig waarop moet komen te staan welke plaatsen, welke dorpsgezichten, welke huizen architectonisch en cultuurhistorisch belangrijk zijn voor het karakter van het dorp. Het gaat daarbij om meer dan alleen de officiële monumenten en gezichten.
Dat is een publiek belang, één van de redenen voor toeristen om dit dorp te bezoeken.

Is er kans dat het lukt zo´n cultuurhistorische waardenkaart te maken? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet het duidelijk zijn dat de gemeente ernst wil maken met deze opdracht en beschikt over de kennis en de ambtelijke capaciteit. De kans lijkt ons niet groot. Maar juist omdat de gemeente Bergen graag rept over hoe belangrijk de geest van het kunstenaarsdorp is voor het toerisme, ook voor de toekomst, ligt het voor de hand dat alle kunde en kennis wordt ingezet om die toekomst veilig te stellen. En dan is zo´n waardenkaart een goed begin.

het gebouwde erfgoed in Bergen NH
1. De stand van zaken
2. De wetgeving

De stand van zaken
Eind maart 2016 telt de kern Bergen 67 rijksmonumenten, 25 provinciale monumenten en 28 gemeentelijke monumenten. In totaal 120 bouwwerken. Op een totaal van ca. 6.000 woningen, ca. 2%. Daarnaast is er een lijst met 313 karakteristieke panden, dat zijn panden die nog onderzocht moeten worden op monumentwaardigheid. Voor een heel klein deel is dat gebeurd. De procedures die leiden tot opname in de monumentenregisters lopen nog of zijn gestaakt. Dit laatste meestal doordat de eigenaar de monumentenstatus weigert te aanvaarden. De gemeente legt zich daar formeel bij neer.

De wetgeving
In Nederland geldt sinds 1961 de Monumentenwet (later herzien en steeds weer aangepast, binnenkort een onderdeel van de Omgevingswet). Hierin is de bevoegdheid geregeld van de overheid om archeologische en gebouwde monumenten en stads- en dorpsgezichten aan te wijzen. Deze wetgeving maakte het mogelijk een overzicht te krijgen van de aantallen potentiële monumenten en vast te stellen hoe hun onderhoudstoestand was. Aanvullend is een bijbehorend subsidiesysteem opgetuigd. Naarmate de tijd verstreek en de achterstand in te restaureren monumenten kleiner werd, is het subsidiesysteem aangepast, van ruimhartig tot uitzonderlijk. De afgelopen jaren zijn veel taken die oorspronkelijk werden uitgevoerd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, nu de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed, zijn overgeheveld naar de gemeenten. Er worden praktisch geen rijksmonumenten meer aangewezen. Alleen in uitzonderlijke gevallen worden nog wel subidies toegekend.

De gemeente Bergen heeft een eigen monumentenverordening.
De Erfgoed Verordening Gemeente Bergen 2012 bevat de regels die gelden bij de aanwijzing tot gemeentelijk monument. Samengevat zijn dit de belangrijkste (artikel 3):
1. Het college kan al of niet op verzoek aanwijzen
2. Het college vraagt advies aan de CCK (de Commissie voor de Cultuurhistorische Kwaliteit)
3. Als het over een kerk gaat voert het college overleg met de eigenaar
4. Rijks-en provinciale monumenten vallen buiten de bevoegdheid van de gemeente
5. Als het college een zogenaamde redengevende omschrijving wil hebben waar nader onderzoek voor nodig is, moet de eigenaar daaraan meewerken.

De gemeente hanteert naast deze regels nog een extra regel, namelijk een politiek uitgangspunt: de eigenaar moet toestemming geven als de gemeente zijn eigendom de monumentenstatus wil geven. De gemeente gaat uit van het beginsel dat aanwijzing niet in strijd mag zijn met rechtszekerheid. Dat zou het geval zijn als de eigenaar bezwaar maakt. Ons inziens is dit in strijd met de opzet van de Monumentenwet, aangezien het hier gaat om publieke waarden, zoals bovenstaande 5 punten laten zien. De eigenaar is volgens de verordening alleen verplicht medewerking te verlenen aan onderzoek naar de bijzonderheden van het betreffende pand. Om te kunnen aanwijzen is de eigenaar niet van belang (behalve bij kerken). Het gaat hier om de tegenstelling tussen het publieke en het private belang. De weging van deze belangen is een typische overheidstaak op grond van deze wetgeving ten behoeve van het publieke belang. Het gemeentebestuur mist ons inziens overtuigingskracht.
Wij – en velen met ons – vinden dat de aantrekkelijkheid van het dorp voor een belangrijk deel bepaald wordt door de gebouwde omgeving. Voor ons zijn dat publieke cultuurhistorische waarden waar we zuinig op moeten zijn.
Onze conclusie is dat de gemeente het middel tot aanwijzen van gebouwen tot gemeentelijk monument in het belang van het dorp onverkort kan inzetten. Maar wel afscheid moet nemen van het politieke uitgangspunt. Dit vereist bestuurlijke overtuigingskracht.
Wat daarbij helpt zijn de interessante gebouwen die de laatste jaren helaas gesloopt zijn en vervangen zijn door moderne middelmaat. Wat daarbij ook helpt is het feit dat er prachtige voorbeelden beschikbaar zijn van karakteristieke gebouwen die door dito eigenaren juist behouden zijn voor de toekomst.
Toepassing van het aanwijzingsinstrument behoeft om te beginnen de cultuurhistorische waardenkaart.

Bergen verliest haar ziel

BEZIELDE DORPEN
Onder die titel schreef A.Roland Holst, op verzoek van het Kunstenaars Centrum Bergen (KCB), in 1957 een boekje dat als geschenk diende ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de kunstenaarsvereniging. Hij licht daarin uitvoerig toe waarom Bergen voor hem de kwalificatie ‘bezield’ verdient. Zelf vestigde hij zich in 1918 in, wat hij later veelvuldig ‘zijn dorp’ zou noemen. Gedurende het eerste kwart van de vorige eeuw zouden veel kunstenaars hem volgen. Op korte onderbrekingen na, bleef Roland Holst het grootste deel van zijn leven aan de Nesdijk wonen in een speciaal voor hem gebouwd huis.
Waaruit bestond voor hem dan die bijzondere aantrekkingskracht van dat ‘bezielde dorp’? Ongetwijfeld hield hij van de compacte historische kern (waar nu zijn door Mari Andriessen gemaakte beeltenis staat), de kleinschalige bebouwing met nog herkenbare agrarische kenmerken, de lommerrijke lanen met veel groen en de karakteristieke villa’s met hun landelijke uitstraling.
Jaren later zou hij over ‘zijn dorp’ schrijven:’ …. al gaat het door vooruitgang achteruit……’ Op slechts enkele meters van zijn voormalige woning staat nu een volstrekt detonerende flat, verrezen te grote villa’s en werden huizen ontsierd door karakterloze ‘uitbouwen’.
Het lijkt wel alsof de ‘ontzieling ‘ van het dorp pas goed op gang is gekomen nadat in 2006 het woonhuis ‘De Stulp’, gebouwd door architect P.Elders voor C.F.Zeiler, stichter van Hotel Nassau in Bergen aan Zee, werd afgebroken om plaats te maken voor een modernistische blokkendoos. Het Van Reenen Park kreeg daardoor definitief een ander aanzien.
Het zou te ver voeren om alle teloor gegane panden hier op te voeren, maar enkele verdienen toch in het bestek van dit artikel genoemd te worden. Zo verdween kortgeleden de door Jan Rietveld gebouwde villa aan de Herenweg en verloor de Meerweg vrijwel volledig haar karakter door de afbraak van diverse panden en de bouw van grote nieuwe villa’s. Ook aan de Komlaan en de Hoflaan moesten karakteristieke Bergense huizen onlangs plaats maken voor nieuwbouw. En het einde is nog niet in het zicht: er loopt een aanvraag voor de afbraak van een beeldbepalende villa uit 1912 aan de Boslaan, Hotel Nassau Bergen van de architecten Roggeveen en Hooning ,zal vrijwel zeker gesloopt worden en voor het voortbestaan van het buitenverblijf ‘De Haaf’ van de beroemde architect De Bazel mag gevreesd worden.

Wat is er aan te doen?
Om te beginnen zou de Gemeente Bergen meer haast moeten maken met het afwerken van de aanvragen voor plaatsing van gebouwen op de Monumentenlijst. Al jaren dringt de Stichting Behoud Bouwkunst Bergen daarop aan, maar de gemeente zet onvoldoende menskracht in om dat te realiseren en heeft de personele bezetting voor monumentenzorg recentelijk zelfs verminderd!

Kopers van huizen zouden er door de verkoper en de makelaar op gewezen moeten worden dat Bergen een dorp is dat zijn aantrekkingskracht o.a. ontleend aan zijn specifieke historische karakter en dat men zich wel tweemaal moet bedenken alvorens tot afbraak over te gaan. Ik ken iemand die notarieel heeft laten vastleggen dat zijn huis, bij verkoop na zijn dood, niet gesloopt mag worden. Juridisch misschien aanvechtbaar, maar een sympathiek signaal!
Potentiele kopers zouden ook attent gemaakt kunnen worden op geslaagde restauraties en verbouwingen zoals onlangs het huis Contentezza aan de Dorpstraat en het voormalige doktershuis van Poot, eveneens aan de Dorpstraat of de villa De Ark in Park Meerwijk. Voorbeelden van eigenaren met respect voor de cultuurhistorische waarden van hun pand, maar ook met de begrijpelijke wens dat aan te passen aan de eisen van deze tijd.
De gemeente zou een standaard informatie kunnen verstrekken in de vorm van een folder over Bergen als monumentendorp. Er zou daarin gewezen kunnen worden op de betekenis van de monumentenstatus van een huis. Er heerst daarover veel misverstand, bijvoorbeeld als zou aan een monument niets meer veranderd mogen worden en de waarde ervan zou dalen. Gewezen zou ook dienen te worden op de financiële facilitering bij onderhoud of restauratie van het pand, een tot nu toe volledig onder belicht aspect. De gemeente heeft deskundigen in huis die particulieren in voor komend geval van advies kunnen dienen op het gebied van omgang met aan hen toevertrouwd cultureel erfgoed.
Zonder verleden geen heden. De Stichting Behoud Bouwkunst Bergen, de Stichting Mr. Frits Zeiler, De Boerderijen Stichting en aanverwante organisaties doen er alles aan om Bergen haar ‘ziel’ te laten behouden, uit respect voor het verleden en ten faveure van de huidige en toekomstige bewoners.
Ton Dissen