De Erfgoedverordening van de gemeente Bergen kent één soort bescherming van cultuurhistorisch interessante gebouwen: het gemeentelijke monument. De afgelopen decennia is de gemeente erin geslaagd in de kern Bergen 30 gebouwen die gemeentelijke status te geven. Is dat veel? Er staan in Bergen 5740 woningen, waarvan dus 30 gemeentelijk monument zijn. Dat is niet veel, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de vergelijking met een gemeente als Laren, met de ongeveer gelijke aantallen inwoners en woningen, maar wel met 139 gemeentelijke monumenten. Niet alleen onze stichting ook het Cuypersgenootschap, de Erfgoedvereniging Heemschut en de Mr Frits Zeiler Stichting hebben al jaren aangedrongen iets te doen aan de ook door de gemeente geconstateerde achterstand op dit terrein. De weerstand bij gebouw-eigenaren tegen monumentenaanwijzingen en het daardoor ontstane gebrek aan ambtelijke capaciteit (dus politieke onwil) verklaren deze achterstand.
In 2022 heeft het college van B&W (net voor de gemeenteraads verkiezingen) besloten toch een begin te maken de achterstand in te lopen. Gekozen is dat niet te doen met gewone monumenten, maar met een afleiding, een ondersoort, het beeldbepalend gebouw. Het middel werd een pilotproject dat handvaten zoekt om beeldbepalend erfgoed te kunnen beschermen. Een beeldbepalende aanwijzing krijgt – is de verwachting – een beter onthaal van z´n eigenaar dan bij een monumentenaanwijzing. Beeldbepalend erfgoed bespaart de overheid vast veel werk.
De uitvoering van het pilot-project is opgedragen aan Mooi Noord-Holland, het provinciale erfgoed-, kennis- en adviesbureau. Dat is nog hetzelfde jaar van start gegaan, op twee plekken. In Egmond aan Zee, in het oude vissersdorp, en in Bergen in het Van Reenenpark. Het onderzoek is in 2023 afgerond.
Wat is het verschil tussen een gemeentelijk monument en een gemeentelijk beeldbepalend gebouw? De monumentenstatus vraagt om een externe en interne beschrijving en beoordeling. Bij een beeldbepalend gebouw beperkt de beschrijving zich tot wat je vanaf de straat of openbare weg ziet, meestal de voor- en soms zijkant en delen van het dak. Het gaat om karakteristieke zaken, niet alleen qua gebouw, maar soms ook om de bewoningsgeschiedenis. Mooi Noord-Holland heeft zich voor dit project laten assisteren door plaatselijke krachten. Deze zouden goed op de hoogte zijn van namen en rugnummers.
Mooi Noord-Holland heeft aan de hand van 4 criteria alle vanaf de straat zichtbare gebouwen in de beide gebiedjes geïnventariseerd en gewaardeeerd. Die criteria zijn cultuurhistorische waarde, architectonische waarde, stedenbouwkundige waarde en ensemblewaarde, met onderwaarderingen van A (hoog) tot D (laag).
De uitkomsten
Voor Egmond aan Zee worden op deze wijze 44 adressen aangewezen, in het Van Reenenpark 24 als beeldbepalend. Het verschil in aantal laat zich verklaren in de stedenbouwkundige setting. Het oude vissersdorp, gelegen in een smalle duinvalei, bestaat uit kleinere vaak aaneengesloten huizen langs een smal-bochtig stratenpatroon, terwijl het Van Reenenpark een villawijk uit het begin van de 20e eeuw is met ruime straten in een enigszins glooiend en erg groen landschap. Het Van Reenenpark lijkt ons overigens gemakkelijker en beter te omschrijven als een te beschermen dorpsgezicht, maar dat is een categorie die niet voorkomt in de gemeentelijke Erfgoedverordening.
Egmond aan Zee Bergstraat 31 Egmond aan Zee Julianastraat 5
Bergen ´t huis Kagok Renbaanlaan 15S Bergen Prinsessenlaan 36-38
Een belangrijk doel van de pilot-studie is een antwoord op de vraag hoe de gemeente beeldbepalend erfgoed in de andere dorpen en buurten van de gemeente kan aanwijzen. Heeft deze studie dat antwoord opgeleverd?
Wij denken slechts beperkt. Zoals de beide buurten gekozen zijn voor deze studie, zo zal waarschijnlijk te werk worden gegaan. Dat wil zeggen de gemeente kiest gebiedjes volgens de buurtindeling, nu eens hier, nu eens daar, omdat de hele gemeente of een dorp als Bergen gewoon te groot is, gegeven de beschikbare capaciteit. Het aantal beeldbepalende panden is vrij zeker veel groter dan het aantal echte monumenten. Dat klemt te meer daar de achterstand bij de aanwijzing van “gewone” monumenten er ook nog is.
(Wouter Hubers)